Fiets & Fiscus 2022
Per 1 januari 2020 is de fiscale regeling voor de fiets van de zaak van kracht geworden. De regeling heeft als doel om op een eenvoudige manier het ‘loon in natura’ voor het privégebruik van de fiets van de zaak te berekenen. Wij zetten de belangrijkste punten rondom de regeling voor u op een rij.
Wat zijn de uitgangspunten voor de bijtelling?
De bijtelling voor een fiets van de zaak is gebaseerd op dezelfde methodiek als de bijtelling voor een auto van de zaak. Wel zijn de uitgangspunten anders.
• Als de werkgever een nieuwe of gebruikte fiets, mede voor privédoeleinden ter beschikking stelt, is het belaste privévoordeel per jaar 7% van de consumentenadviesprijs van de fiets (inclusief btw).
• Een fiets die uitsluitend voor privédoeleinden wordt gebruikt valt niet onder deze regeling.
• Accessoires, die deel uitmaken van de consumentenadviesprijs en met de fiets meegeleverd worden, vallen onder de 7% bijtellingsregeling.
• Een door de werkgever in rekening gebrachte eigen bijdrage voor privégebruik uit het netto loon is aftrekbaar van de bruto bijtelling. De bijtelling kan hierdoor echter nooit negatief worden.
• Er geldt voor de fiets geen fiscaal minimum- of maximum aantal privé- of zakelijke kilometers.
• De werkgever heeft de mogelijkheid de bijtelling voor de fiets in de werkkostenregeling op te nemen.
Welke fietsen?
Onder deze regeling vallen gewone fietsen (inclusief bakfietsen) en elektrische
fietsen. Maar ook zogenaamde speed pedelecs worden voor deze regeling als fiets
gedefinieerd.
Cafetariaregeling
Niet iedere werkgever kan of wil de (volledige) kosten van een fiets van de zaak betalen. Een werkgever kan er voor kiezen om de fiets aan te bieden zonder, of met een beperkte financiële bijdrage van de werkgever. De werknemer kan dan zelf (een deel van) de kosten betalen door vrijwillig tijdelijk brutoloon uit te ruilen. Het belaste loon in geld wordt dan lager. Fiscaal komt daar de bijtelling over de fiets voor terug. Werkgever en werknemer maken hiervoor afspraken over toekomstig loon. De Belastingdienst heeft een beleidsbesluit over deze cafetariaregeling opgesteld. Hierin geeft zij werkgevers keuzevrijheid over de invulling, met een aantal praktische aanwijzingen:
• Duidelijke omschrijving van de toekomstige keuzemogelijkheden voor de werknemer;
• Duidelijke afspraken en acceptatie over de tijdelijke verlaging van het brutoloon, de tijdsduur en het overeengekomen (lease)bedrag;
• Beschrijving van de mogelijke fiscale en andere gevolgen, zoals uitkeringen, werkgeverspremies, pensioen en toeslagen;
• Indien van toepassing, de gevolgen bij uitdiensttreding.
Reiskostenvergoeding
• Omdat de fiets door de werkgever ter beschikking wordt gesteld, is een onbelaste reiskostenvergoeding voor de met deze fiets afgelegde kilometers niet mogelijk.
• Zakelijke ritten, met een ander vervoermiddel dan de fiets van de zaak, komen wel in aanmerking voor een onbelaste reiskostenvergoeding. Woon-werkverkeer wordt hierbij als zakelijk bestempeld.
• De fiets, die via financiële lease of koop wordt ingezet, komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. De hoogte van die aftrek is afhankelijk van het jaartotaal van de investeringen van de betreffende ondernemer.
Btw
De regels voor de btw-aftrek op een fiets van de zaak blijven van kracht. Wel is de leasefiets hier nu formeel in opgenomen. Als het saldo van alle leasetermijnen minus de eigen bijdrage van de werknemer niet hoger is dan € 749 inclusief btw, kan de werkgever de volledige btw aftrekken. Is het saldo hoger, dan is de
btw-aftrek beperkt tot de btw over € 749 (= € 130). Als voorwaarden stelt het zogenaamde BUA-besluit van de btw dat in het betreffende kalenderjaar en de twee voorafgaande kalenderjaren nog niet eerder een fiets aan de werknemer ter beschikking is gesteld, en dat voor het woon-werkverkeer niet voor 50% of meer
wordt voorzien in ander vervoer of een reiskostenvergoeding.
Investeringsaftrek
• De fiets, die via financiële lease of koop wordt ingezet, komt in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. De hoogte van die aftrek is afhankelijk van het jaartotaal van de investeringen van de betreffende ondernemer.
• De elektrische bakfiets of fietstaxi komt in 2022 onder voorwaarden in aanmerking voor 45% milieu-investeringsaftrek en voor 75% van de aanschafprijs ook voor VAMIL-afschrijving. Dat geldt ook in geval van operationele lease.
• De elektrische speed pedelec komt in 2022 onder voorwaarden in aanmerking voor 27% milieu-investeringsaftrek en voor 75% van de aanschaf prijs ook voor VAMIL-afschrijving.
Einde contract
Neemt de werknemer de fiets aan het einde van de looptijd over tegen een lagere prijs dan de marktwaarde, dan wordt het verschil belast als loon. Dit kan eventueel in de vrije ruimte van de werkkostenregeling ondergebracht worden.
Combinatie met auto
Het is geen probleem om zowel een auto als een fiets van de zaak te hebben. Er zijn wel verschillen, zodat het twee verschillende bijtellingregimes blijven:
• De bijtelling voor de fiets is altijd 7%; er zit geen tegenbewijsmogelijkheid (zoals de 500 km-grens bij auto) in, maar ook geen hogere bijtelling bij ‘excessief’ privégebruik.
• De btw-correctie moet afzonderlijk worden behandeld.
• Combinatie met een private lease auto is mogelijk. Voor de onbelaste vergoeding van met de auto afgelegde zakelijke kilometers is een onderbouwing vereist.